Van anonieme migrant naar een gehoorde
stem
Rik Hoekstra
De stem van de migranten zelf kan een belangrijke extra stem
zijn voor ons onderzoek naar de Nederlands-Australische migratie. In een eerdere blog heeft Marijke van Faassen al uiteengezet hoe wij als historici gewoonlijk
gebruik maken van wat de autoriteiten hebben bewaard over de
migratiebewegingen. Dat zijn registratiesystemen en beleidsdossiers die alle
migranten aangingen maar waarin de individuele migranten maar weinig voorkomen.
Wij willen die individuen wel graag een stem geven, want hun geluid is ook
belangrijk voor een totaalbeeld. En veel mensen willen hun geluid ook laten
horen: er zijn nog verhalen en spullen van vroeger die dreigen verloren te gaan
omdat ze oud zijn en de kinderen kan het niks schelen. Het is niet mogelijk iedereen
aan het woord laten, want we schatten het aantal Nederlands-Australische
migranten van 1945-1990 op rond de 190.000.
Hartverscheurende verhalen
Het makkelijkst maken mensen als Jan Fels het ons, want die
verwerken hun ervaringen in een boek. Maar het is wat anders als er alleen maar
een verzameling papieren, foto’s en documenten is die vele jaren een
grotendeels vergeten bestaan hebben geleid in een doos in een hoek van een
zolder die opeens weer tevoorschijn wordt gehaald. Op de foto’s staan mensen, die
alleen te plaatsen zijn door degenen die ze hebben gekend, tenzij ze toevallig
bekend zijn geworden. Een briefwisseling met een tante thuis kan goed nieuws bevatten
over geboorten of hartverscheurende verhalen vertellen over heimwee, maar als
we niet weten over wie het precies gaat en wat de bredere context is, is het
moeilijk dergelijke verhalen op waarde te schatten.
Betonvlechter
Voor alle informatie geldt
natuurlijk dat die aan waarde wint als ze verbonden kan worden aan andere
beschikbare informatie. Zo is het bijvoorbeeld vervelend voor een emigrant als
hij in Nederland van betonvlechter is omgeschoold tot boer of agrarisch werker,
maar in Australië helemaal niet in de agrarische sector aan het werk komt. Dat
kan natuurlijk komen doordat omdat hij eigenlijk toch bang voor koeien is, of
steeds van een paard valt bij gebrek aan rijvaardigheid. Maar het verhaal wordt
toch anders als veel migranten blijken te zijn omgeschoold voor werk in de
agrarische sector, terwijl, zeg, de helft er niet aan het werk komt. Want dan
rijzen er andere vragen, zoals: waarom werden die mensen eigenlijk omgeschoold
als er blijkbaar geen werk was in het boerenbedrijf?
Omgekeerde schoenendoos
We proberen ons onderzoeksmateriaal zo veel mogelijk
digitaal toegankelijk te maken en digitaal met elkaar in verband te brengen. Zo
worden de collecties zo goed mogelijk toegankelijk en kunnen ze fysiek blijven
waar ze zijn, bij de ‘erfgoedinstellingen’ zoals archieven en bibliotheken en bij de
individuele migranten thuis. Maar daarvoor moeten al die documenten en foto’s
die nu stof staan te vangen in schoenendozen op zolders nog wel gedigitaliseerd
worden. Wij denken dat dat materiaal het best gedigitaliseerd kan worden door
de mensen zelf. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Een foto is natuurlijk zo
gemaakt, hoewel ook daar meer mis kan gaan dan u zou denken, maar daarna moeten
de digitale foto’s ook worden thuisgebracht en dat kan alleen door de eigenaar
zelf. Want een digitale verzameling met ongesorteerde foto’s is niet veel beter
dan een omgekeerde schoenendoos.
Image in Context
Om dat op een gestructureerde maniet te kunnen doen, hebben we aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis een app gemaakt die we Image in Context noemen. Met de app iedereen op zijn telefoon foto’s kan maken en die gelijk kan voorzien van een aantal kenmerken. Daarbij moet u denken aan gegevens als de plaats van herkomst, de locatie van de foto, of het soort document (brief, immigratiestukken etcetera), de datum en de mensen die op de foto staan of die bijvoorbeeld een brief hebben verzonden en ontvangen. Zo wordt de schoenendoos een digitale collectie.
De app stuurt de digitale foto’s in een project samen met de
toegevoegde gegevens naar een server waar de plaatjes worden toegevoegd. Daar
kunnen de digitale collecties van de individuele migranten worden gekoppeld aan
andere gegevens die over migranten al zijn verzameld de collecties van
archieven.
Op het moment van schrijven is de ICO app nog niet helemaal
af en wordt hij nog uitgebreider getest. We zijn wel van plan een project op te
zetten om Nederlands-Australische migranten met de app hun eigen documenten te
digitaliseren en toe te voegen aan de gegevens over migranten. We hopen dat we
met de app de migranten die nu nog grotendeels een anonieme massa vormen een
stem kunnen geven die we ook in het onderzoek kunnen laten meespreken.
Rik Hoekstra is
Digital Historian bij het Huygens ING en werkt met Marijke van Faassen aan het
project over de emigratie Nederlands-Australië, waar zijn bijzondere
aandachtspunt het digitaal verbinden van allerlei verschillende collecties is.
Hij is met anderen van het instituut ook bedenker van de Images in Context app.
Reacties
Een reactie posten