De mens achter de emigratie-registratiekaart

Marijke van Faassen


Vorig jaar rond deze tijd kreeg ik een mail van ghostwriter Brenda van Dijk. Samen met de econoom Jan Fels schreef ze een boek over arbeidsmigratie naar Australië. Jan was zelf tweemaal – als tiener en als volwassene – naar Australië geëmigreerd – en tweemaal teruggekomen. Nieuwsgierig geworden naar de achtergronden van zijn eigen geschiedenis, was hij in zijn vrije tijd begonnen met onderzoek. Zou ik ze willen adviseren bij de historische insteek van zijn verhaal? En over wat hij nu eigenlijk moest met al die schoenendozen vol brieven uit die tijd op zijn zolder?

Hoewel ik wel vaker vragen van geëmigreerde Nederlanders of hun familie krijg, sloot dit verzoek wel heel direct aan bij mijn huidige werk. Samen met digital historian Rik Hoekstra en een aantal Australische en andere Nederlandse collega’s doen we onderzoek naar het wel en wee van Nederlandse emigranten die tussen 1950 en 1990 naar Australië vertrokken. We proberen delen van hun levensloop en delen van hun sociale netwerken in beide landen te reconstrueren.

Project Migrant

Daarvoor gebruiken we de diverse registratiesystemen – indexkaarten en persoonsdossiers - die de beide overheden van deze migranten bijhielden. De eerste stap is om deze bestanden digitaal te koppelen. Vervolgens staan we voor de uitdaging om overzicht te krijgen van het enorm omvangrijke materiaal, dat nog vaak een combinatie is van handgeschreven en getypte documenten. Dat kan alleen met behulp van (deels) digitale methoden.

Zo hopen we een antwoord te krijgen op vragen die ook voor het huidige maatschappelijke debat over migratie van belang kunnen zijn, zoals: hoe was de informatievoorziening en begeleiding voor, tijdens en na het emigratieproces? Welke factoren bepaalden of de nieuwkomers snel een baan of een huis vonden, zodat ze zich thuis gingen voelen en integreerden? Welke rol speelden zijzelf daarin, maar ook werkgevers, de overheden, bemiddelende instanties of eerder geëmigreerde landgenoten? Hoe werden ze ontvangen door de Australische samenleving en welke bijdrage leverden ze eraan? Hoe verrijkten ze vervolgens de Nederlandse samenleving – hetzij door familiecontacten, hetzij na hun terugkeer? Want ook al lijkt, gezien de negatieve wijze waarop Nederland vandaag de dag over dergelijke ‘gelukszoekers’ oordeelt, het collectieve geheugen hiaten te vertonen, nog steeds hebben veel Nederlanders zelf economische migranten in hun familie. Kennis van hun ervaringen, de positieve en de negatieve, kan de huidige discussie relativeren en de scherpe kanten eraf halen. Daarom willen we ook het archiefmateriaal van die emigranten zelf gebruiken voor ons onderzoek. Dat wordt het ‘vlees op de botten’ voor die registratiesystemen met al hun ‘bare bones’ informatie. Het verzoek van Jan Fels en Brenda van Dijk bood ons een prachtige gelegenheid om hier ervaring mee op te doen. Bovendien: hoe spannend is het, om eindelijk eens een gezicht achter al die indexkaarten te leren kennen!

Krachten bundelen

Het komt tegenwoordig steeds vaker voor dat wetenschappers samenwerken met burgers in het wetenschappelijk onderzoek. Toch is citizen science, zoals dat zo mooi heet, niet iets wat je ‘zomaar even’ doet, zoals bleek uit de vorig jaar juni door de KNAW georganiseerde studiedag. Wat verwacht je van elkaar? Hoe borg je de wetenschappelijke kwaliteit? En wat krijgt elk van de partijen ervoor terug?

Het voordeel van de samenwerking met Jan en Brenda was, dat Jan het Nederlandse deel van ons onderzoeksmateriaal al kende. Hij kwam niet alleen voor in het registratiesysteem, hij heeft de kaarten ook – vermoedelijk als eerste – handmatig geanalyseerd voor zijn eigen boek. Brenda is professioneel schrijfster, die onderzoek in begrijpelijke taal kan ‘verkopen’. Onze toenmalige stagiaire op het project Eline Groenewegen deed onderzoek naar scheepsreizen en wilde daar graag over bloggen voor een groter publiek. Rik is met een aantal collega’s van onze afdeling ICT bezig met het ontwikkelen van een app, die mensen in staat moet stellen zelf documenten te digitaliseren en ze zo te beschrijven, dat ze bruikbaar zijn voor wetenschappelijk onderzoek.

We besloten de handen ineen te slaan gedurende de totstandkoming van het boek. Het bood mij als projectleider in elk geval de gelegenheid om een indruk te krijgen wat er bij citizen science -  waarbij de burger niet alleen gegevens verzamelt, maar zelf ‘de expert’ is -  allemaal komt kijken. De resultaten van onze samenwerking willen we graag delen tijdens de boekpresentatie van Je neemt jezelf mee overzee.

Nieuwsgierig geworden? Volg dan onze blogs en kom vooral langs op 22 november in Den Haag. Inschrijven kan hier.

* * *

Marijke van Faassen is sr. onderzoeker bij de afdeling Geschiedenis van het Huygens ING en projectleider van 'Migrant: Mobilities and Connections'.

Reacties

Populaire posts