De ideale vakantie… of toch niet?


Eline Groenewegen van der Weiden

Stel je eens voor: je bevindt je aan boord van een emigrantenschip als plotseling je gezondheid je in de steek laat. Je bent midden op zee, ver van huis en op weg naar een land dat je helemaal niet kent. Wat doe je dan?

Omdat ik zelf het antwoord op deze vraag ook niet zo een-twee-drie kon bedenken, heb ik me verdiept in hoe het zat met de gezondheidszorg aan boord van emigrantenschepen. Omdat ziekte nu eenmaal overal de kop kan opsteken, was op elk emigrantenschip een medische dienst aanwezig. Deze dienst bestond uit een scheepsgeneesheer, een aantal verpleegkundigen en een apothekersassistente. De scheepsgeneesheer hield twee keer per dag spreekuur, waar je naartoe kon als je je niet goed voelde.

Daarnaast was er vaak ook een speciale kinderarts aanwezig. Emigrantenschepen vervoerden vaak honderden kinderen en het is niet meer dan logisch dat een aantal van hen ziek werden tijdens de lange reis. Geneeskundige hulp en medicijnen waren gratis en er was zelfs een kleine ziekenzaal aanwezig. Verkoudheid, griepjes, mazelen en andere ziekten konden aan boord goed behandeld worden. Ook voor zeeziekte, waar menig emigrant mee te maken had, kon je bij de medische dienst terecht, hoewel dit toch vooral een kwestie was van in bed blijven en ‘uitzieken’. 

Maar wat nu als een passagier ernstig ziek werd en dringend geopereerd moest worden? In dat soort gevallen werd de passagier in een van de tussenhavens, bijvoorbeeld Port Said of Aden, van boord gebracht om daar de benodigde hulp te krijgen. Nadat de passagier er weer helemaal bovenop was, kon hij of zij op een volgend schip de reis naar Australië vervolgen.

Reisverslagen als prachtige bron

We hebben dit soort informatie, omdat de administrateur of de liaison officier aan boord van het schip tijdens elke emigrantenreis een verslag opgestelde. Hierin beschreef hij het verloop van de reis, hoe de sfeer aan boord was en hoe het stond met de gezondheidstoestand van de passagiers. Voor mij als onderzoeker zijn deze reisverslagen een prachtige bron waarin ontzettend veel informatie te vinden is over het verloop van de emigrantenreizen naar Australië.

Kinderen in een zeemansgraf

De administrateurs omschreven de gezondheidstoestand van de passagiers meestal als goed. Toch kwam ik tot mijn grote schrik ook een aantal meldingen van overlijden tegen. Jonge kinderen konden soms de klimaatveranderingen en de grote hitte op de Rode Zee niet aan. Zij overleden als gevolg van bijvoorbeeld een zonnesteek of diarree. Zij werden begraven in een van de havens of kregen een zeemansgraf. Hoe hartverscheurend moet het zijn geweest om, terwijl je al in een onzekere situatie verkeert, ook nog je kind op zo’n manier te verliezen?

Luxe salons en Indonesisch personeel

Sterfgevallen aan boord, hoe sporadisch ze ook voorkwamen, zijn een moeilijk onderwerp om over te schrijven of om onderzoek naar te doen. Maar ze tonen wel aan dat de situatie aan boord er lang niet altijd eentje was van 'rozengeur en maneschijn'. Dit beeld werd namelijk vaak gesuggereerd. Bij toeval kwam ik een promotiefilm tegen die in 1953 gemaakt was in opdracht van de firma Ruys & Co (het boekingsbureau van de Rotterdamse Lloyd). De film ging over een emigrantenreis met de Sibajak en werd vertoond tijdens voorlichtingsbijeenkomsten voor aspirant-emigranten. In de film werd de reis een ‘ideale vakantie’ genoemd. Luxe salons met luie stoelen, maaltijden van uitstekende kwaliteit die aan tafel geserveerd werden door Indonesisch personeel en een uitgebreid entertainment programma… De emigranten leken de koning te rijk!
"de manier van een tevreden en misschien een beetje luie kat"
Men had nergens omkijken naar en bewoog zich ‘op de manier van een tevreden en misschien een beetje luie kat’. Het klonk ideaal en alles zag er prachtig uit, was mijn beeld na het bekijken van de film. Maar klopte dit beeld wel, of was het te mooi om waar te zijn?

Net als in de film?

Wanneer je onderzoek doet naar een onderwerp uit de geschiedenis is het belangrijk dat je je kritisch opstelt ten opzichte van je bronnen en dus ook ten opzichte van de film over de Sibajak. De film werd gemaakt om te dienen als promotiemateriaal voor aspirant-emigranten. Het was in feite een dertig minuten durende reclamefilm voor Ruys & Co en het schip. Was het beeld daarom zo positief?

Het leek mij interessant om na te gaan in hoeverre het prachtige plaatje uit de film verschilde van de beelden die voortkomen uit de verslagen van de bovengenoemde administrateurs of voorlichtingsambtenaren en de verhalen van emigranten die hun ervaringen hebben opgeschreven. Kortom: hoe beleefde de emigrant de vijfweekse reis nu eigenlijk? Het werd mij al snel duidelijk dat het geen gemakkelijke opgave was om een eenduidig beeld te scheppen van de situatie aan boord. Het type schip waarmee gereisd werd, de samenstelling van de passagiers en de weersomstandigheden zorgden ervoor dat geen reis hetzelfde was.

Kamelen, Neptunes en een tropisch paradijs

Voor de emigranten was de reis naar Australië een unieke ervaring. Velen van hen hadden nooit eerder buiten Nederland gereisd en bevonden zich nu op een groot schip onderweg naar de andere kant van de wereld. Het Nederlandse gezin Van Dam* dat in 1968 met het Italiaanse schip Flavia naar Australië reisde, herinnert zich onder andere hun tussenstop op Tahiti (‘een tropisch paradijs’) tijdens Pinksteren en de goede verzorging door het personeel. ‘We passeerden de evenaar, dus kwam Neptunes aan boord met zijn gevolg. Daar werd een groot feest van gemaakt. Zoals gewoonlijk was de bemanning weer geweldig, geen moeite was hen teveel als het het organiseren van zulke evenementen betrof”, vertelden zij. Veel emigranten schreven in hun verslagen over de tocht door het Suezkanaal. De aanblik van Arabieren op kamelen in de woestijn was voor velen van hen erg bijzonder. Veel emigranten maakten ook gebruik van de mogelijkheid om in de tussenhavens van boord te gaan om rond te kijken.

Drijvende stad

In de verslagen komt ook een beeld naar voren over het entertainmentprogramma aan boord, dat zeer uitgebreid was. Dat was maar goed ook, want als je vijf weken aan boord van een schip verblijft, slaat de verveling natuurlijk al snel toe. Dansavonden, bioscoopvoorstellingen, spelletjes en cabaret werden bijna elke dag georganiseerd, vaak met medewerking van de passagiers. Daarnaast konden mensen voor lichamelijke oefening terecht op het sportdek en was er voor de kinderen een speciaal kinderdek. Religieuze diensten werden ook aan boord verzorgd. Op elk emigrantenschip voeren een protestante en een katholieke geestelijke mee, die regelmatig diensten leidden.

Feestdagen, zoals Sinterklaas en Kerst, werden ook aan boord gevierd met speciale diners en cadeautjes voor de kinderen.

3 keer per dag fruit

Over diners gesproken, de emigranten kregen driemaal per dag een maaltijd voorgeschoteld. Op sommige schepen was bediening aanwezig, terwijl men op andere werkte met een cafetariasysteem. Het gezin Bosman* toonde hun waardering voor het eten in een brief die zij aan boord van de Skaubryn schreven: 'Geen huis waar ze zulke heerlijke en goedverzorgde kost genieten, waarbij drie keer per dag fruit.' De emigranten kregen daarnaast een bescheiden hoeveelheid 'boordgeld'. Dit was geld dat men aan boord kon besteden bijvoorbeeld om artikelen te kopen in het winkeltje, naar de kapper te gaan of iets te drinken te kopen in de bar.

'Onopgevoede en ongedisciplineerde arbeiderskinderen'

Het entertainment en voedsel aan boord leken dus in orde. Wat daarentegen wel erg de sfeer kon verslechteren was het aantal passagiers aan boord en de warmte. Beeld je maar eens in dat je met 1400 of zelfs 1800 medepassagiers op een schip zit: overal is het druk, de honderden kinderen en jongeren maken veel lawaai en er is weinig privacy. Passagiers raakten geprikkeld en er ontstonden spanningen. Vooral wanneer het schip helemaal vol zat, ontstonden er problemen.
"Een groot vermaak voor hen was het doen verstopt raken van de closetten"
Kinderjuffen konden de grote aantallen kinderen vaak totaal niet aan en de jeugd werd soms balorig. De administrateur van de Sibajak deed in 1950 zijn beklag over een groep ‘onopgevoede en ongedisciplineerde’ arbeiderskinderen die het verblijf aan boord zeer onaangenaam maakten: ‘Zij ontzagen zich niet om badkamers en WC’s op de meest vieze wijze te besmeuren. Een groot vermaak voor hen was het doen verstopt raken van de closetten.’

Ook onder de volwassenen ontstonden soms problemen. Zo moest de bemanning op dezelfde reis van de Sibajak meerdere malen ingrijpen om te voorkomen dat mensen met elkaar op de vuist gingen, werd een van de passagiers bedreigd en beschuldigde mensen elkaar van diefstal. Situaties zoals tijdens deze reis van de Sibajak deden zich lang niet altijd voor. Er zijn ook verslagen waarin positiever wordt geschreven over de sfeer aan boord en het gedrag van de passagiers.

Verhit(te)

De hitte tijdens de tocht op de Rode Zee, waar de temperatuur in de zomer oploopt tot in de 40 graden, had zijn uitwerking op de passagiers. Het water werd gerantsoeneerd, kinderen werden ziek en mensen sliepen ’s nachts op het dek omdat het in de hutten niet te harden was. Voor het sport- en entertainmentprogramma was het in deze omstandigheden vaak te warm en passagiers klaagden over slechte isolatie in de hutten en slaapzalen. Het gezin Kuijpers* omschreef dit stuk van hun reis als ‘een tocht door een niet te beschrijven hittegolf’. Veel emigranten waren ook ontevreden over de indeling van de hutten en slaapzalen. Mannen en vrouwen sliepen op veel emigrantenschepen gescheiden, waardoor ook gezinnen gescheiden werden. Onenigheden tussen hutgenoten zorgden voor spanningen en mondden soms zelfs uit in knokpartijen. Volgens de gezagvoerder van de Waterman was dit onvermijdelijk.

Te mooi om waar te zijn

Natuurlijk valt er veel meer te zeggen over hoe het was aan boord van een emigrantenschip. Veel onderwerpen zijn nog niet eens aan bod gekomen. Toch denk ik dat ik ook met bovenstaande informatie antwoord kan geven op de vraag of de reis naar Australië werkelijk een ideale vakantie was. Voor veel emigranten zal de reis een bijzondere ervaring zijn geweest die hen ongetwijfeld is bijgebleven. De bootreis bevatte ook zeker een aantal aspecten van een (luxe) vakantie en de emigranten zullen daar goede herinneringen aan hebben. Maar was het een ideale vakantie? Naar mijn idee zeker niet. Drukte, lawaai, onderlinge spanningen, hitte en zeeziekte maakten de reis erg oncomfortabel. Het beeld van de ideale vakantie was te mooi om waar te zijn.

* Om privacyredenen zijn de namen in deze blog gefingeerd.

 * * *
Eline Groenewegen van der Weiden liep in 2017 stage bij het onderzoeksproject Migrant: Mobilities and Connection van het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (Huygens ING) in Amsterdam. Haar blogs gaan over het vervoer per schip van de Nederlandse emigranten naar Australië.

Binnen het onderzoeksproject wordt onderzoek gedaan naar Nederlandse emigranten die richting Australië vertrokken. Hierbij staan de levensgeschiedenissen van de emigranten centraal, maar er is ook aandacht voor hoe de Nederlandse waarden en identiteit functioneerden in een nieuwe omgeving.

Reacties

Populaire posts